
Zeventig jaar geleden won wielrenner Fausto Coppi, ‘l Campionissimo’ of ‘de kampioen der kampioenen’, zijn eerste Giro. Hij versloeg de favoriet Gino Bartali, die al in een van de eerste ritten ten val kwam. Later zouden Coppi en Bartali elkaar nog vaak bekampen. De rivaliteit tussen beide Italiaanse wielergoden was en is nog steeds legendarisch. Kort voor de start van de Tour de France in 1949, die Coppi zou winnen en waarin Bartali als tweede eindigde, publiceerde de Italiaanse schrijver en wielerfanaat Curzio Malaparte de korte tekst Fausto Coppi & Gino Bartali. De twee gezichten van Italië in het Franse sportblad ‘Sport Digest’. De Arbeiderspers stelt het artikel opnieuw ter beschikking als deel 6 in zijn nu al veelbelovende reeks ‘Sportklassieken’.
De omstreden romancier, journalist, diplomaat en oorlogscorrespondent Curzio Malaparte (pseudoniem van Kurt Erich Suckert) was de zoon van een Italiaanse moeder en een Duitse vader. Hij heeft zijn naambekendheid vooral te danken aan zijn oorlogsromans Kaputt (1944) en De huid (1949). Hij was een extreme non-conformist en veranderde regelmatig van ideologie. Maar een constante in zijn leven was zijn liefde voor het wielrennen. Malaparte start zijn tekst in zijn typische onverschrokken en lyrische stijl met een beschrijving van de maatschappelijke waarde van het wielrennen in Italië : ‘In Italië behoort de fiets net zo bij het openbaar kunstbezit als de Mona Lisa van Leonarda da Vinci, de koepel van de Sint-Pieter of de Goddelijke Komedie van Dante. Het is verbazend dat hij niet is uitgevonden door Botticelli, Michelangelo of Rafaël.’
De ondertitel De twee gezichten van Italië drukt precies uit in welke mate het naoorlogse Italië verdeeld was. In die tijd was je ofwel fan van Coppi ofwel van Bartali. Een neutrale houding behoorde simpelweg niet tot de mogelijkheden, zo stelt Malaparte : ‘Deze twee topatleten zijn onder de grootste ter wereld ook onderling zo verschillend als wereldbeschouwingen uiteenlopend kunnen zijn (…) De internationale sport zal wellicht nooit meer twee kampioenen tegenover elkaar zien die zozeer de twee wezenlijke aspecten van de moderne wereld vertegenwoordigen.’ De twee rivalen waren inderdaad heel erg verschillend. De vijf jaar oudere Bartali was een gelovig katholiek uit Toscane, terwijl Coppi uit Piemonte kwam, de streek van de landarbeiders. Coppi stond bekend als de rebel. Zo had hij openlijk een buitenechtelijke relatie met de eveneens getrouwde Giulia Occhini, die beter bekend is als ‘De witte dame’. Ongehoord en nooit gezien in het Italië van de jaren vijftig. Hoewel Coppi geen socialist of communist was, werd hij toch snel opgeëist door links. Malaparte wijst eveneens op hun verschillende wieleropvattingen. Malaparte noemt Bartali een ‘ouderwetse stoemper’ , die teerde op zijn kracht en grote biefstukken at. Coppi was een ‘moderne man’, die tactiek en techniek hoog in het vaandel voerde : ‘Coppi is niet bang voor de hel: bij de eindstreep is hij bang voor de tweede plaats. Hij weet dat Bartali als eerste in het paradijs komt. So what? Fausto Coppi wil als eerste op aarde komen.’ De conclusie is dat beide renners twee ideologieën vertegenwoordigen : Bartali staat voor het dogmatische denken, Coppi voor vooruitgang en het rebelse. Bartali was een asceet, Coppi gebruikte zijn lichaam als een werktuig : ‘Terwijl Bartali zit of ligt, is hij een atleet in ruste. Als hij zit, in roerloos zwijgen, dan is Coppi een opgehouden machine.’

Malaparte wijst er wel op dat er tussen de beide kampioenen zelf geen haat was : « Op een gegeven moment zou er in Italië zelfs sprake zijn geweest van rivaliteit, bijna haat, tussen de twee grote kampioenen. Ik geloof er geen snars van. Alles wordt zo gauw persoonlijk in Italië ! » De rivaliteit was vooral te zoeken bij de supporters en net als tegenwoordig staken de media een handje toe om de vijandelijkheden op te kloppen en uit te vergroten. De bekende foto uit 1952 van Walfrido Chiarini op de cover van het boek is een mooi voorbeeld. Tijdens de beklimming van de Galibier zien we hoe Coppi een drinkfles aan Bartali doorgeeft. Of is het andersom? Wie is de barmhartige ? In die tijd beschikten de media nog niet over de technische snufjes van vandaag om alles op de voet te volgen. Tot op vandaag blijven de meningen over de foto verdeeld…
Dit verzorgd uitgegeven boekje, verlucht met een aantal mooie foto’s, bestaat uit een voorwoord van wielerhistoricus Wout Koster, een korte biografische aantekening over Malaparte van de uitgever, het artikel van Malaparte zelf, een boeiend stukje wielergeschiedenis van de Franse wielerjournalist Jacques Augendre en een ietwat overbodig nawoord van Jean-Bernard Pouy, de uitgever van de Franse editie van het boek. Behalve de onnavolgbare stijl waarin hij zijn grote liefde voor de wielersport betuigt, is de grote verdienste van Malapartes tekst de manier waarin hij er schijnbaar moeiteloos in slaagt een perfecte analyse te geven van de Italiaanse maatschappij in 1949 en tegelijkertijd een gevleugeld portret ophangt van twee van de allergrootste wielrenners ooit. Dit kleinood is een echte aanrader voor wie nog gelooft in de onvervalste heroïek van de edelste aller sporten
Verschenen in: STAALKAART #6, 2010
Fausto Coppi en Gino Bartali. De twee gezichten van Italië van Curzio Malaparte, De Arbeiderspers 2010, vert. door Jan van der Haar, ISBN 9789029572231, 86 pp.