
De zeven verhalen in Rustig aan, tijger gaan niet alleen over liefde, ambitie en ijdelheid, maar vooral over elkaar nodig hebben en daar niet aan willen toegeven. Joost de Vries is persoonlijker dan in eerder werk, maar blijft ook zijn voorliefde voor intertekstuele spelletjes botvieren.
[fragmenten]
Joost de Vries (1983) – volgens Marja Pruis de jeune premier van de Nederlandse letteren – bracht Rustig aan, tijger uit op 6 april, op het hoogtepunt van de coronacrisis. Welk beter moment dan een lockdown om een boek uit te geven over de behoefte aan intermenselijke relaties?
De hypermobiele, globetrottende personages van Rustig aan, tijger zijn gefortuneerde YouTube-sterren, overspelige reclamejongens en -meisjes, erudiete maar bijklussende schrijvers, lepe leden van niet zo onschuldige leesclubjes of saaie ministers in nauwe schoentjes.
[…]
Rustig aan, tijger, Joost de Vries’ eerste verhalenbundel en zijn tweede boek bij uitgever Das Mag, ligt zeker in dezelfde lijn als zijn voorgaande fictiewerk (stilistisch onovertroffen, gevatte dialogen, fijnzinnige humor, veelvuldige intertekstualiteit), maar het valt op dat deze verhalen persoonlijker zijn.
[…]
Door onverdroten over zijn eigen wereld te schrijven, toont De Vries zich in Rustig aan, tijger een alert kind van zijn tijd.
In 2019 liet De Vries het werk aan zijn nieuwe roman links liggen ten voordele van een verhaal over de hippe medewerkers van een Amsterdams reclamebureau. Dat werd het tweedelige ‘Brief uit Menorca’, het vierde en vijfde verhaal van Rustig aan, tijger, samen een soort epicentrum van waaruit de andere verhalen uitwaaieren.
[…]
In de verantwoording onthult De Vries dat ‘Brief uit Menorca’ een herschrijving is van het eveneens uit twee delen bestaande verhaal ‘Paula’ uit ’s Nachts komen de vossen (2009) van Cees Nooteboom, bekroond met de Gouden Uil in 2010. Er komen zelfs een aantal letterlijke citaten in voor, zoals achterin netjes vermeld (De Vries is sinds een plagiaatbeschuldiging blijkbaar waakzamer geworden als het op bronvermelding aankomt). Zo’n bewerking van een “superieur” verhaal is best leuk, maar de onmiskenbare kwaliteit van het origineel wordt nergens gehaald, waardoor een als hommage bedoelde bewerking uitloopt op niet meer dan een niet onaardige stijloefening.
Het openingsverhaal ‘Creatief schrijven’ daarentegen is meer gelaagd én geslaagd. De verteller is een schrijver die Joost de Vries heet en als bijverdienste schrijfcursussen geeft (in De republiek zat ook al een personage met de naam van de auteur). Hij verzucht: “Ik vind het moeilijk maat te houden met citaten, ik sla te vaak een meta-toon aan […].”
[…]
Overspel is een thematisch belangrijke gemeenschappelijke deler met Nootebooms bundel. De Vries strooit gretig met knipogen naar al dat liefdesbedrog: indertijd noemden de twee geliefden elkaar Wronski en Anna, naar de hoofdpersonen van Tolstojs bekende overspelboek Anna Karenina, ‘Anna’ leest Graham Greenes The End of the Affair, het derde verhaal ‘Het einde van de geschiedenis’ is de vertaalde titel van diezelfde klassieker en in ‘Huis gevonden via Funda’ voelt de verteller zich verwant aan Odysseus, evenmin een toonbeeld van trouw.
[…]
Het metaniveau waarop De Vries graag balanceert, komt nog letterlijker naar voren in ‘Droomduiding’ en dat meteen al in de eerste zin: “De therapeut was een narcolept.” Dat is volgens de vertelster Nadia een “lekker vette” opener, zoals de openingszin van Willem Frederik Hermans’ Nooit meer slapen, “De portier is een invalide.” Én, u raadt het al, bij Nooteboom: “Gondels zijn atavistisch.” Nadia is in therapie en leest met haar boekenclub Sigmund Freuds Droomduiding. Haar vader heeft met zijn “pseudo-memoires” een bestseller geschreven en heeft allerlei theorieën over de schrijfstiel. De tijd van fictie is voorgoed voorbij, stelt hij, want “niemand zat nog op verzonnen verhalen te wachten”.
[…]
De Vries lijkt voortdurend een hoger soortelijk tekstgewicht na te streven. Zijn voorliefde voor intertekstuele spelletjes zal Rustig aan, tijger voor sommigen te gekunsteld maken, een kunstmatigheid die versterkt wordt door de vreemde namen van sommige personages (Lollercopter, Puck, Jip, Diski) en het overvloedige gebruik van gecursiveerde Engelse termen en zinssneden, inmiddels een handelsmerk van de anglofiele auteur. Bovendien slaat De Vries de lezer rond de oren met citaten, alsof zijn hele leesgeschiedenis erdoor moet.
[…]
Tegelijk schrijft De Vries met een zodanige naturel, lichtvoetigheid en veerkracht dat alles precies op zijn plaats valt. Dankzij een scherp gevoel voor ironie komt hij met heel veel weg. Rustig aan, tijger is een eigenzinnige ode aan het moderne leven en uiteindelijk een meer dan geslaagde uitstap naar het verhalengenre.
Verschenen op: De Lage Landen (volledige tekst achter betaalmuur) en op papier in Ons Erfdeel, 25 augustus 2020
Rustig aan, tijger van Joost de Vries, Das Mag 2020, ISBN 9789493168282, 220 pp.