‘Overal zit mens. Een moordfantasie’ van Yves Petry: stilistisch verfijnde mensenhaat

Voor Kasper Kind, de beheerder van het in verval geraakte bos Mirandel, heeft ‘de onderneming mens’ voorgoed afgedaan. Afgezonderd in zijn ‘kluis’ probeert hij de Waldschmerz en de menselijke invloed die het bos belaagt op afstand te houden. Wanneer de populistische intellectueel Max De Man, Kaspers ex-minnaar van twintig jaar geleden, zich mengt in het publieke klimaatdebat, slaan de stoppen door bij de getormenteerde boswachter. Hij verglijdt in waanzin en fantaseert uitvoerig over hoe hij Max zal vermoorden: ‘Blijf branden, mijn haat.’

Emotioneel ligt Kasper in de knoop door het onverwerkte verlies van zijn ouders als tiener, zijn moeizame relatie met zijn tweelingzus Eva én zijn breuk met Max. Als hyperindividualist ziet hij de geplande moord als een daad van verzet en hoopt hij dat zijn ‘bovenpersoonlijke’ motieven een voorbeeld zullen stellen. In het tweede deel laat Petry de roman verrassend kantelen, van koortsige droom naar verhoopte daad. Conceptueel boeit ‘Overal zit mens’ in de poging om het begrip ‘individu’ op te laden met een betekenis op maat van deze tijd, maar de moraliserende boodschap en enkele losse verhaaleindjes werken storend. Petry’s sprankelende taal zorgt geregeld voor literair vuurwerk: diepgewortelde mensenhaat werd zelden zo vurig en stilistisch verfijnd verwoord.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s