‘Mijn mannen’ van Victoria Kielland: dwingende lectuur over vrouwelijke Blauwbaard

De stoffelijke overschotten van tien in stukken gesneden mannen, drie verkoolde kinderlijkjes en een vrouw zonder hoofd. Dat vonden de autoriteiten op 28 april 1908 na een brand in een varkensboerderij in La Porte, Indiana. Was die onthoofde vrouw Belle Gunness? De Noors-Amerikaanse emigrante, bekend onder de bijnaam Hell’s Belle, ging de geschiedenis in als een van de beruchtste seriemoordenaars van de Verenigde Staten. Zij was de eigenares van de boerderij. Maar niemand weet met zekerheid of zij in de brand bleef, dan wel of ze haar eigen dood in scène zette.

Gunness werd in 1859 geboren als Brynhild Paulsdatter Størset en groeide op in het Noorse Selbu. Vanaf haar veertiende werkte ze als dienstmeisje op een boerderij, vol hoop om op korte termijn haar zuster Nellie te vergezellen in Chicago. Daar veranderde ze haar naam eerst in Bella, later in Belle. Tussen 1884 en 1908 vermoordde Gunness minstens veertien mensen, het merendeel mannen, die ze naar haar boerderij lokte met de belofte met hen te zullen trouwen. Ze vergiftigde haar slachtoffers, hakte ze in stukken en begroef ze bij de varkens. In ‘Mijn mannen’, haar tweede roman, biedt de Noorse Victoria Kielland een ijzingwekkende anatomie van Amerika’s eerste vrouwelijke seriemoordenaar: hoe kon een bescheiden dienstmeid uitgroeien tot een moorddadig monster? Belles sterk gemythologiseerde verhaal is, net als dat van Netflixhit Jeffrey Dahmer, gemeengoed. Podcasts, muziekalbums, films en romans poogden de essentie van de vrouwelijke Blauwbaard te vatten, maar focussen allemaal sterk op het biografische en het sensationele.

Kielland van haar kant houdt zich ver van conventionele true crime en wil documenteren noch fictionaliseren. ‘Mijn mannen’, haar tweede roman, noemt ze zelf een ‘literaire fantasie’. In het boek wil ze in eerste instantie achterhalen waar Belles woede vandaan komt. Wat is de kiem van haar grensoverschrijdend gedrag? Kielland stelt scherp op wat Belle beweegt, op wat er omgaat in haar hoofd. Indrukwekkend is hoe de historische figuur Belle en haar demonische, innerlijke wereld perfect in evenwicht worden verbeeld. De gruwelijke feiten blijven op de achtergrond, de lezer vangt enkel glimpen op van de moorden.

‘Wat voor mens ben jij?’, vraagt de dolgedraaide dienstmeid zich tot drie keer toe af. Kielland maakt van Belle eerder een tragisch dan wreedaardig figuur. De vertelstem in ‘Mijn mannen’ getuigt van een volstrekte eenzaamheid. Kielland laat in het midden of Belles falende vermogen om goed van kwaad te onderscheiden het gevolg is van een trauma uit haar jeugd (een verliefdheid op een boerenknecht die eindigde in een gewelddadige miskraam), of al veel eerder latent aanwezig was: ‘Hoe moest ze dit overleven, de pijn en het geluk, alles wat er naast elkaar bestond?’

Als een mantra herhaalt Belle haar ontspoorde verlangen: ‘Wie liefheeft met heel zijn wezen, zal de liefde nooit overleven.’ Ze zoekt tevergeefs houvast bij een boosaardige god en bij haar zus, maar iedereen kijkt weg van de ‘Kleine, grote B.’ De uitzonderlijk expressieve en zintuiglijke schrijfstijl maakt van ‘Mijn mannen’ dwingende lectuur. Adembenemend is de spaarzame maar beeldrijke precisie in Kiellands zinnen. Wat onderhuids broeit, suggereert ze gebald en efficiënt. Ze graaft zo diep in Belles psyche dat je soms vergeet waartoe haar ontaarde hoofdpersonage in staat is. Kielland werkte drie jaar aan ‘Mijn mannen’ en schreef een groot deel ervan op haar mobiele telefoon. Het resultaat is een kundig gepolijste diamant. Een groot talent en nu al een absolute verrijking voor de Scandinavische literatuur.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s