
Francis Ponge (1899-1988) schreef met Het zakboekje van het pijnboombos (1947) een van de meest fascinerende teksten binnen zijn omvangrijk en veelzijdig oeuvre. Het is een soort logboek, ‘onderweg naar een gedicht’, waarin Ponge zijn moeizame arbeid om het wezen van een pijnboombos in poëzie te vatten minutieus uit de doeken doet. Zijn ambitie is groot: hij wil de essentie, de crux van het bos ‘uit de onopgemerktheid’ halen en ‘de wereld van het woord’ binnenloodsen. Het zakboekje van het pijnboombos biedt een unieke inkijk in het creatieve schrijfproces van de man die met tegenzin bekend stond als ‘de dichter van de dingen’.