
Wij leven en hebben geen voet aan de grond,
wij spreken alleen met een blad voor de mond,
en waar wij vertrouwelijk raken,
komt de man in het Kremlin ter sprake.
Zijn vingers zijn dik en als wormen zo vet,
en onder zijn woorden wordt alles geplet,
zijn kakkerlakkensnorren smalen,
zijn laarzenschachten stralen.
Lees verder ‘Neem zijn verzen in acht’: de gedichten van Osip Mandelstam